top of page

THE HOARDERS zie deze pagina in het ENG/FR/NL

8.06 - 20.07.23

Boiler Room / Galeria Jaqueline Martins
Wolstraat 14
1000 Brussel


 


Verzameldrang is een conditie die aanspoort allerhande voorwerpen te verzamelen en de dimensie van liefhebberij oversteigt. Het betreft een compulsieve, obsessionele bezigheid die functioneren daarbuiten in de weg staat. Onafhankelijk van hun waarde worden de verzamelde voorwerpen verheven tot onaantastbaar en aanbeden als een reliek. Een van de oorzaken van verzameldrang is te zoeken in het vermijden van het verloren gaan van een bepaalde herinnering. 

"The Hoarders" knipoogt naar deze toestand door een parallel te trekken met de kunstwereld: de tentoonstelling gaat meer specifiek in op het bijzondere motief van het aanleggen van een verzameling, door categorisering of catalogisering. Denk bijvoorbeeld aan Seth Siegelaub’s liefde voor textiel (met het in 1986 oprichten van het C.S.R.O.T. – Center for Social research on Old Textiles, met een uiteindelijke bibliografie van 7300 stukken en een collectie van 750 textielen tot gevolg) of Hilla en Bernd Becher’s topologiën industrieel erfgoed (gekenmerkt door reeksen 8*10 inch zwart-wit foto’s geordend volgens fysieke gelijkenissen).

"The Hoarders" stelt het werk tentoon van vijf kunstenaars: Béatrice Balcou, Marlon de Azambuja, Peter Downsbrough, Rokko Miyoshi et Stéphanie Saadé, wiens werk verzameldrang aansnijdt, onder de vorm van fysieke objecten of visuele motieven.

Plek van de tentoonstelling is Jaqueline Martins’ Boiler Room, de project ruimte van de Braziliaanse galerij in de kelder van haar Brusselse satelliet. Met de huiselijke typologie van de kelder als opslagplaats is de scenografie opgebouwd rond het idee van archivering.

Rode draad doorheen de tentoonstelling zijn de alledaagse, gevonden voorwerpen of configuraties. Gevonden voorwerpen behoren tot het rijk van de ‘readymades’, waarmee Duchamp de fysieke en intellectuele arbeid in de creatie van kunst in oppositie plaatste. Hij beschreef deze als ‘these things… to which no art terms applied’.[1] Het gaat dan ook over het voorstellen van nieuwe zienswijzes voor het kunstvoorwerp. 

De visuele sequenties in het fotografische werk van Peter Downsbrough en Rokko Miyoshi kunnen als readymades beschouwd worden: ze vormen een collectie gevonden of verzamelde configuraties of nog beter déjà-vus die (onzichtbare) patronen zichtbaar maken. Porceleinen vogels staren naar betonnen balkjes die dezelfde hoogte en breedte als zichzelf hebben: Staren Marlon de Azambuja’s beeldjes naar hun abstracte evenbeeld of naar een hun voorbestemd voetstuk? Béatrice Balcou’s transparante, glazen buizen laten ons toe sporen van kunstwerken van restaurateurs dichtbij te bekijken, als relieken van een vergane mentale ruimte. Op die manier worden dan ook nieuwe denkpistes voor het kunstobject voorgesteld: zijn de Logic Remains van ‘sporenzoekster’[2] die de kunstenares Stéphanie Saadé beweert te zijn, de stoffelijk overschotten van de geindustrialiseerde maatschappij? In "A Rebours" confronteert een verzameling uitgaves van hetzelfde boek, waar het in 1884 door Joris-Karl Huysmans beschreven hoofdpersonage zich terugtrekt in zijn eigen ideale wereld van intellectuele en aesthetische contemplatie.

 

Het kunstwerk kan beschouwd worden als een dubbele bevestiging van het thema van de tentoonstelling waar object en concept samenkomen – en sluit op die manier de cirkel tussen beeld en verbeelding. Samen vormen de tentoongestelde kunstwerken een denkoefening in het onderscheid tussen wat hebben gezocht en wat we hoopten te vinden. 




 

[1] Marcel Duchamp, in Pierre Cabanne, Dialogues with Marcel Duchamp, New York : The Viking Press, 1971, p.48

[2] Antoine Compagnon, Les chiffonniers de Paris, Gallimard, 2017.

Curatorship: 

Els Vermang
 

Kunstenaars:
Béatrice Balcou
Marlon de Azambuja
Peter Downsbrough
Rokko Miyoshi
Stéphanie Saadé

bottom of page